Wanneer pleeg je vluchtmisdrijf?
Vraag Artikel 33, § 1 van de Wegverkeerswet bepaalt wat met vluchtmisdrijf wordt bedoeld en op welke manier het wordt bestraft : “Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van 200 euro tot 2.000 euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft: 1° elke bestuurder van een voertuig of van een dier die, wetend dat dit voertuig of dit dier oorzaak van, dan wel aanleiding tot een ongeval op een openbare plaats is geweest, 2° hij die wetend dat hij zelf oorzaak van, dan wel aanleiding tot een verkeersongeval op een openbare plaats is geweest,...de vlucht neemt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten is.” Met andere woorden : er is sprake van vluchtmisdrijf wanneer je weet dat je de oorzaak of de aanleiding bent geweest van een ongeval en je opzettelijk wegvlucht om iets te verbergen.
Antwoord In de eerste plaats moet je op een openbare plaats een verkeersongeval hebben veroorzaakt of ertoe aanleiding zijn geweest. Er moet geen aanrijding hebben plaatsgevonden. Het is ook niet vereist dat de aanrijding of het ongeval jouw schuld was. Ook als je niet de persoon bent die in het gebeuren betrokken was (maar wel wegreed met het voertuig om je te onttrekken aan de dienstige vaststellingen) maak je je schuldig aan vluchtmisdrijf. Verder is een ongeval vereist. Het is niet vereist dat er gewonden zijn of er überhaupt schade is. Wanneer je wegrijdt nadat je een geparkeerd voertuig of een slagboom aanrijdt zonder dat hieraan schade vast te stellen is, bega je vluchtmisdrijf. Het voertuig moet ook niet in beweging zijn geweest. Je kan ook vluchtmisdrijf plegen wanneer je geen bestuurder bent (geen voertuig of dier bestuurt). Dus ook als voetganger, fietser, per skateboard/skates, passagier,… kan je vluchtmisdrijf plegen wanneer je de vlucht neemt om je aan de dienstige vaststellingen te onttrekken. Een passagier kan bijvoorbeeld ook het stuur van een (gewonde) bestuurder (die oorzaak was van het ongeval) overnemen om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken. Dan is de passagier bestuurder in de zin van art. 33, §1, 1° Wegverkeerswet. Het is ook in het kader van art. 33, §1, 2° Wegverkeerswet mogelijk dat een passagier het stuur manipuleert, waardoor de bestuurder de controle verliest en er een ongeval gebeurt. Als de passagier dan wegvlucht, pleegt hij vluchtmisdrijf. Belangrijk is dat het bij vluchtmisdrijf gaat over een opzettelijk wegvluchten. Je moet dus de intentie hebben om je te onttrekken aan de dienstige vaststellingen. Hiervoor is uiteraard vereist dat je weet dat er een aanrijding of ongeval is geweest waarbij je betrokken was. Vanzelfsprekend zullen de meeste discussies, als je je moet verantwoorden voor de strafrechter, gaan over dit intentioneel element. Ten laatste moet het ook duidelijk zijn dat je je verwijderde van de plaats van het gebeuren om je aan de dienstige vaststellingen te onttrekken. Dit laatste heeft betrekking op de zaken die nodig zijn om de verantwoordelijkheid voor het gebeurde verkeersongeval te kunnen bepalen. Dit kan echter ook betrekking hebben op vaststellingen betreffende onder meer dronkenschap, alcoholintoxicatie, rijden zonder verzekering of rijbewijs.
En wat als je je gegevens achterlaat? Wat als je je naamkaartje, telefoonnummer of nummerplaat ter plaatse achterlaat? Of wat als je nadien terugkeert om je gegevens mee te delen? Zelfs in dat geval pleeg je vluchtmisdrijf. Vluchtmisdrijf is immers een onmiddellijk aflopend misdrijf. Wat je ná het begaan van het misdrijf nog doet of nalaat, heeft geen invloed meer op het misdrijf: ook wanneer je terugkeert en/of je meldt bij de politiediensten, heb je je schuldig gemaakt aan vluchtmisdrijf. De voorwaarde van “de intentie hebben om aan de vaststellingen te ontsnappen” wordt door de rechtspraak ruim ingevuld. Het is voldoende dat je handelt om je te onttrekken aan de vaststellingen, zelfs zonder dat er sprake is van het opzet om te ontsnappen aan vervolging.
Boodschap blijft dus: ter plaatse blijven zodat alle nodige vaststellingen kunnen plaatsvinden. Belangrijk bij vluchtmisdrijf is dat je “weet” of zou moeten weten dat je bij een ongeval betrokken was maar je vrijwillig bent vertrokken (om aan de gevolgen te ontsnappen.) Op dit punt verschilt het vluchtmisdrijf van de inbreuk ‘niet ter plaatse blijven’.
Wat is het verschil met “niet ter plaatse blijven”? De inbreuk “niet ter plaatse blijven” spruit voort uit art. 52 van de Wegcode waarin de verplichtingen van de partijen, die betrokken zijn in een ongeval, zijn opgenomen. Hier moeten vaststellingen gebeuren, dan wel gezamenlijk (bij blikschade), dan wel door een bevoegd persoon (onenigheid bij blikschade en altijd bij een ongeval met gewonden). Bij blikschade, moet je, wanneer de tussenkomst van politiediensten nodig was en deze niet binnen een redelijke termijn kunnen bereikt worden, zodra mogelijk aangifte doen van het ongeval. Ook bij letselschade moet je, wanneer de politiediensten niet binnen een redelijke termijn bereikt kunnen worden, aangifte doen, en wel binnen 24 uren. Het onderscheid tussen vluchtmisdrijf en niet ter plaatse blijven, situeert zich op het punt van de intentie. Als je niet de intentie had om je aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, heb je je mogelijk schuldig gemaakt aan het misdrijf van ‘niet ter plaatse blijven’. Het is dus, gelet op de meer gunstige strafmaat bij het misdrijf ‘niet ter plaatse blijven’, taak om de strafrechter te overtuigen dat je enkel niet ter plaatse bleef maar zeker niet de intentie had om je aan de dienstige vaststellingen te onttrekken. De strafrechter zal dan in concreto beoordelen of er sprake is van een vluchtmisdrijf dan wel dat je niet ter plaatse bent gebleven, inbreuk die veel minder streng bestraft wordt dan vluchtmisdrijf. Het ‘niet ter plaatse blijven’ is immers een overtreding van eerste graad : de wet voorziet voor dergelijke overtredingen geen rijverbod, maar enkel een geldboete van 80,00 euro tot 2.000,00 euro. Bij een vluchtmisdrijf is de minimumboete algauw 1200 EUR !
Comments